‘God save the queen, she ain’t no human being’, wie had gedacht dat er bij aankomst melige Sinterklaasliedjes door de Muziekpiet in het nostalgische onderkomen van de Rotterdamse Rugby Club zouden klinken kwam bedrogen en in mijn geval aangenaam verrast uit. De thuisclub had de Dennis Piet namelijk als DJ ingezet en dus schalden Sisters of Mercy, Iron Maiden en de Sex Pistols de langzaam binnendruppelden Oude Meesters tegemoet en begon mijn avond in ieder geval prima.
Omdat Gouda een uitwedstrijd in Brabant had ingepland was het even kijken of we genoeg spelers zouden hebben. Trots kon ik melden dat de Oudlanders met 6 man aanwezig waren en aangezien Carlito niet met de Glorianen meeging en de Old Suckers ook een mannetje of 3 -4 hadden hesen we ons, samen met de 7 Rotterdammers in het oranje-groen van de thuisploeg om als Groot-Rotterdam de strijd aan te binden met de Evergreens van, in dit geval Delft burgers, studenten met een streepje en een Zeeuwse Kiwi. Het rook al snel vertrouwd naar Tijgerbalsem, bier en beschimmelde rugbyschoenen in de historische kleedkamers en toen mijn kuit na een klein likje Roemeense toverzalf aanvoelde alsof graaf Dracula een fakkel erop had gezet had ik er helemaal zin in. Vincent raakte confuus van al die nieuwe gezichten, of is het de leeftijd , en sprak Nederlandse tegen onze nieuwe Roemeense flanker Ivan de Verschrikkelijke en Engels tegen de geboren en getogen Stellendammer Jeroen maar dat mocht de pret niet drukken, dus toen de referee van dienst noppen, snorren en protheses had gecontroleerd kon er een opstelling worden gemaakt.
Ik bood mijn lichaam voor alle posities aan en werd dus als Hooker geposteerd en dat werd met algemene stemmen aanvaard. Roland startte als flanker, Imke en Ivan vormden het centerduo en Han pikte natuurlijk de 1e springer plek in terwijl Jeroen nog even als geheim wapen langs de kant begon. Sterker nog er werd voor elke positie wel een geschikte kandidaat gevonden waarbij de thuisploeg met aantal jonge Oude Meesters de driekwarters aanvulde en dat betaalde zich uit.
Voordat de op het oog beter ingespeelde Delftenaren twee keer met hun ogen hadden geknipperd stond het 10-0 door een geweldige break van Imke en een fantastische interceptie van Ivan goed afgerond door een rappe winger uit Rotjeknor. Vincent werd overmoedig en riep dat ‘ze moe werden’ en ik stelde me al in op een rustig avondje, maar de Evergreens besloten het over een voorwaartse kant te gooien. Dit zorgde voor behoorlijke vertraging en niet in het minst omdat het de één na de andere knock on of voorwaartse pass opleverde. En alsof dat nog niet genoeg was om het tempo uit het spel te halen trapte Obbe elke bruikbare bal ver weg in touch. Resultaat, lekker 10 man rugby van scrum naar line-out en vieze verza. Bij de tweede scrum waren de 2e rijers iets te enthousiast en werd ik opgevouwen al s een origami papiertje, maar er moest wel wat meer gebeuren voordat ik me door Vincent zou laten vervangen. We probeerden zoveel mogelijk uit het modderbad aan de verre kant van het veld te blijven en als het te koud werd gooide iemand de bal gewoon naar voren en konden we weer lekker opwarmen in de scrum.
In de tweede 20 kreeg Delft meer vat op de wedstrijd en zag Obbe ook wel in dat elke line-out een prooi was voor onze springgeit, Johannis de ‘Capra Dircxlandia’ die heerste in de lucht en ook menige inworp van de tegenstander bij onze scrum-half bezorgde. Toen besloot de toekomstige Ereklasse Finale referee zelf maar te scoren, iets wat niet alleen jammer voor ons was, maar ook door zijn broer over het hoofd werd gezien, maar dat is letterlijk een ander verhaal. Het zal na 40 minuten ongeveer gelijk hebben gestaan.
Jeroen kwam nu in het veld voor zijn eerste wedstrijdminuten ooit en gooide er meteen een paar verdienstelijke tackles uit op de wing. Een paar driekwarters probeerden nog een handtasjesgevecht te beginnen maar werden door de ‘strengh edoch regtvaardich’ fluitende referee bestraffend toegesproken voordat er echt een potsierlijke situatie zou ontstaan en er wellicht wat voorwaartsen aan de beademing hadden gemoeten vanwege lachbuien. We ploegden ons van scrum naar scrum en ondertussen was Kobi de groene verdediging nog een keer te snel af maar gek genoeg keken we na 3 helften, alles is mogelijk bij Oude Meesters rugby, tegen een achterstand aan.
Roland had zich al laten wisselen, Jeroen mocht gaan flankeren van Vincent en zorgde voor zoveel stabiliteit dat onze captain het wel weer veilig vond om zelf te hooken. Ik werd vriendelijk doch dringend naar de wing gedirigeerd en we maakten ons op voor een laatste offensief. De overmoed aan Delftse kant werd meteen de kop ingedrukt door 3 loepzuivere tries van onze snelle backs in 5 minuten waarbij ik bijna Imke kon bijhouden bij de laatste, maar geen lucht meer had om mijn vijfpunter op te eisen. Op de wing hoefde ik me gelukkig niet meer groot te houden en kon gewoon een schietgebedje doen of mijn opponent alsjeblieft de bal niet wilde vangen zodat ik mijn getergde lichaam zo min mogelijk hoefde te verplaatsen. Jeroen maakte nog een keer een Panzerbreak, liep 2 Delftenaren aan gort en stond daarna met een grote grijns op het veld aangemoedigd door zoonlief en H2O-manager Jay. Vincent bood een versneld einde aan maar Delftse eer voorkwam dat en omdat ook het voorstel voor de ‘winnende try’ het niet haalde werden er in het kader van de komende feestdagen nog wat kadootjes uitgedeeld. Delft stond nog maar eens een interceptiescore toe en wij een comedy capers try vanuit een line-out die Laurens van Delft de beker (heeft die eigenlijk al een naam?) voor de beste ‘move’ opleverde.
Toen was het gelukkig welletjes geweest, lonkten een warme douche, koud bier en de Libanese verrassingen die al een half uur welriekend over het veld te ruiken waren. Ik rechtte nog één keer mijn harmonicarug om door het poortje van de sportieve verliezers te lopen ondertussen natuurlijk wel schouderklopjes ontwijkend. De Oudlanders poseerden nog even met de verdwaalde Gloriaan en toen lieten we onze afgematte lichamen enkele seconden teisteren door de douches die afgesteld waren op IJslandse temperaturen, maar dan wel van de hete geisers. Had ik die laatste poging op een tackle in het modderbad maar niet gemaakt.
Buiten stonden de voorwaartsen al voor de tweede keer met hun borden in de rij voor het voortreffelijke eten waarbij de zelfgemaakte falafel zo lekker was dat zelfs de carnivore kiloknallers van de eerste rij het zich goed lieten smaken zodat ik ook zelf snel voor een tweede ronde moest gaan voor het op was. Ook de gepofte aardappelen, salades enz waren uitmuntend. Complimenten voor Sebastiaan van Stoof Catering, de niet onverdienstelijk spelende flanker die in een Dickensiaans tafereel allerlei zware potten en pannen omtoverde tot een feestmaal voor koningen. Onze Jeroen werd nog verrast met de Libanon Cup, waarbij ik sterk het gevoel had dat het woordje ‘Rode’ was weggehaald omdat er twee politieagenten in het veld stonden.
Leendert, Janneke, Chiem hadden de fout gemaakt om van tevoren bij de McDrek te eten en keken jaloers hoe Aaron bord na bord opschepte, super overigens dat jullie kwamen aanmoedigen. En waar een vriendschappelijk potje rugby op zaterdag vroeger nog weleens naakt op het biljart, met een buslading lallende Engelsen gasten op de Wallen of in de armen van een ’s ochtends ineens niet zo knappe deerne in een smerige kleedkamer eindigde daar werd ik nou meewarig aangekeken door mijn vrouw als ik binnenstrompel. En nadat ik met 2 Paracetamol, 1 Ibuprofen en een warme kruik op de bank was gehesen moest ik uiteindelijk een lange nacht met wilde seks afwijzen.
Op Oude Meesters en Nieuwe Vrienden, Proost!
Nawoord: Daags na deze wedstrijd werd bekend dat oud RRC -coach en boegbeeld Frans van der Heiden op 56-jarige leeftijd was overleden. Frans speelde in een niet al te lang verleden ook nog bij de Old Boys van Rotterdam mee. Onze gedachten gaan uit naar zijn familie en vrienden bij RRC.