Oude Meesters zijn Old Rovers de baas

Zaterdag hadden de veteranen van de Old Rovers één van hun schaarse wedstrijden. Gespeeld werd er tegen een compleet team Oude Meesters uit Bemmel. Old Rovers werd aangevuld met Nestorix, ARC The Pigs en een enkeling van Toldijk. Het werd een wedstrijd gespeeld in spelersverhouding 12  – 13, in een speeltijd van 3 x 20 minuten. Iets wat later kwam en nog wat versterking in de vorm van een enkel Colt bij.

De Oude Meesters van RC Betuwe kernden elkaar en dat was te merken aan hun positiespel. Er werd gestart onder een gure wind, later aangevuld door een gezonde regenbui. Hierdoor werden de oude spieren alleen maar strammer. Desondanks bleven blessures uit. Referee was Rob Stolk , de oude regels zaten er bij hem nog goed in en zoals gebruikelijk floot hij in de geest van de wedstrijd. Dus werd  de wedstrijd niet bij elke overtreding nodeloos stilgelegd, dat konden we bij dit gure weer ook niet gebruiken.

De wedstrijd ging voortvarend van start, de eerste try’s waren voor de Oude Meesters. Daarmee was de toon gezet. Gelukkig lukte het samengestelde team ook een paar try’s te drukken. Beide met dank aan Björn.

Na de strijd was er, ook om weer warm te worden, een veteranenmaaltijd, verzorgd door Mark en Roel. Dat er trek was, was te merken. Voor het einde van de derde helft was het vuur uit en de pot leeg. Het werd door de bezoekers zeer gewaardeerd.

Oudlanders winnen met Groot-Rotterdam van Evergreens

‘God save the queen, she ain’t no human being’, wie had gedacht dat er bij aankomst melige Sinterklaasliedjes door de Muziekpiet in het nostalgische onderkomen van de Rotterdamse Rugby Club zouden klinken kwam bedrogen en in mijn geval aangenaam verrast uit. De thuisclub had de Dennis Piet namelijk als DJ ingezet en dus schalden Sisters of Mercy, Iron Maiden en de Sex Pistols de langzaam binnendruppelden Oude Meesters tegemoet en begon mijn avond in ieder geval prima.

Omdat Gouda een uitwedstrijd in Brabant had ingepland was het even kijken of we genoeg spelers zouden hebben. Trots kon ik melden dat de Oudlanders met 6 man aanwezig waren en aangezien Carlito niet met de Glorianen meeging en de Old Suckers ook een mannetje of 3 -4 hadden hesen we ons, samen met de 7 Rotterdammers in het oranje-groen van de thuisploeg om als Groot-Rotterdam de strijd aan te binden met de Evergreens van, in dit geval Delft burgers, studenten met een streepje en een Zeeuwse Kiwi. Het rook al snel vertrouwd naar Tijgerbalsem, bier en beschimmelde rugbyschoenen in de historische kleedkamers en toen mijn kuit na een klein likje Roemeense toverzalf aanvoelde alsof graaf Dracula een fakkel erop had gezet had ik er helemaal zin in. Vincent raakte confuus van al die nieuwe gezichten, of is het de leeftijd , en sprak Nederlandse tegen onze nieuwe Roemeense flanker Ivan de Verschrikkelijke en Engels tegen de geboren en getogen Stellendammer Jeroen maar dat mocht de pret niet drukken, dus toen de referee van dienst noppen, snorren en protheses had gecontroleerd kon er een opstelling worden gemaakt.

Ik bood mijn lichaam voor alle posities aan en werd dus als Hooker geposteerd en dat werd met algemene stemmen aanvaard. Roland startte als flanker, Imke en Ivan vormden het centerduo en Han pikte natuurlijk de 1e springer plek in terwijl Jeroen nog even als geheim wapen langs de kant begon. Sterker nog er werd voor elke positie wel een geschikte kandidaat gevonden waarbij de thuisploeg met aantal jonge Oude Meesters de driekwarters aanvulde en dat betaalde zich uit.
Voordat de op het oog beter ingespeelde Delftenaren twee keer met hun ogen hadden geknipperd stond het 10-0 door een geweldige break van Imke en een fantastische interceptie van Ivan goed afgerond door een rappe winger uit Rotjeknor. Vincent werd overmoedig en riep dat ‘ze moe werden’ en ik stelde me al in op een rustig avondje, maar de Evergreens besloten het over een voorwaartse  kant te gooien. Dit zorgde voor behoorlijke vertraging en niet in het minst omdat het de één na de andere knock on of voorwaartse pass opleverde. En alsof dat nog niet genoeg was om het tempo uit het spel te halen trapte Obbe elke bruikbare bal ver weg in touch. Resultaat, lekker 10 man rugby van scrum naar line-out en vieze verza. Bij de tweede scrum waren de 2e rijers iets te enthousiast en werd ik opgevouwen al s een origami papiertje, maar er moest wel wat meer gebeuren voordat ik me door Vincent zou laten vervangen. We probeerden zoveel mogelijk uit het modderbad aan de verre kant van het veld te blijven en als het te koud werd gooide iemand de bal gewoon naar voren en konden we weer lekker opwarmen in de scrum.

In de tweede 20 kreeg Delft meer vat op de wedstrijd en zag Obbe ook wel in dat elke line-out een prooi was voor onze springgeit, Johannis de ‘Capra Dircxlandia’ die heerste in de lucht en ook menige inworp van de tegenstander bij onze scrum-half bezorgde. Toen besloot de toekomstige Ereklasse Finale referee zelf maar te scoren, iets wat niet alleen jammer voor ons was, maar ook door zijn broer over het hoofd werd gezien, maar dat is letterlijk een ander verhaal. Het zal na 40 minuten ongeveer gelijk hebben gestaan.
Jeroen kwam nu in het veld voor zijn eerste wedstrijdminuten ooit en gooide er meteen een paar verdienstelijke tackles uit op de wing. Een paar driekwarters probeerden nog een handtasjesgevecht te beginnen maar werden door de ‘strengh edoch regtvaardich’ fluitende referee bestraffend toegesproken voordat er echt een potsierlijke situatie zou ontstaan en er wellicht wat voorwaartsen aan de beademing hadden gemoeten vanwege lachbuien. We ploegden ons van scrum naar scrum en ondertussen was Kobi de groene verdediging nog een keer te snel af maar gek genoeg keken we na 3 helften, alles is mogelijk bij Oude Meesters rugby, tegen een achterstand aan.

Roland had zich al laten wisselen, Jeroen mocht gaan flankeren van Vincent en zorgde voor zoveel stabiliteit dat onze captain het wel weer veilig vond om zelf te hooken. Ik werd vriendelijk doch dringend naar de wing gedirigeerd en we maakten ons op voor een laatste offensief. De overmoed aan Delftse kant werd meteen de kop ingedrukt door 3 loepzuivere tries van onze snelle backs  in 5 minuten waarbij ik bijna Imke kon bijhouden bij de laatste, maar geen lucht meer had om mijn vijfpunter op te eisen. Op de wing hoefde ik me gelukkig niet meer groot te houden en kon gewoon een schietgebedje doen of mijn opponent alsjeblieft de bal niet wilde vangen zodat ik mijn getergde lichaam zo min mogelijk hoefde te verplaatsen. Jeroen maakte nog een keer een Panzerbreak, liep 2 Delftenaren aan gort en stond daarna met een grote grijns op het veld aangemoedigd door zoonlief en H2O-manager Jay. Vincent bood een versneld einde aan maar Delftse eer voorkwam dat en omdat ook het voorstel voor de ‘winnende try’  het niet haalde werden er in het kader van de komende feestdagen nog wat kadootjes uitgedeeld. Delft stond nog maar eens een interceptiescore toe en wij een comedy capers try vanuit een line-out die Laurens van Delft de beker (heeft die eigenlijk al een naam?) voor de beste ‘move’ opleverde.

Toen was het gelukkig welletjes geweest, lonkten een warme douche, koud bier en de Libanese verrassingen die al een half uur welriekend over het veld te ruiken waren. Ik rechtte nog één keer mijn harmonicarug om door het poortje van de sportieve verliezers te lopen ondertussen natuurlijk wel schouderklopjes ontwijkend. De Oudlanders poseerden nog even met de verdwaalde Gloriaan en toen lieten we onze afgematte lichamen enkele seconden teisteren door de douches die afgesteld waren op IJslandse temperaturen, maar dan wel van de hete geisers. Had ik die laatste poging op een tackle in het modderbad maar niet gemaakt.
Buiten stonden de voorwaartsen al voor de tweede keer met hun borden in de rij voor het voortreffelijke eten waarbij de zelfgemaakte falafel zo lekker was dat zelfs de carnivore kiloknallers van de eerste rij het zich goed lieten smaken zodat ik ook zelf snel voor een tweede ronde moest gaan voor het op was. Ook de gepofte aardappelen, salades enz waren uitmuntend. Complimenten voor Sebastiaan van Stoof Catering, de niet onverdienstelijk spelende flanker die in een Dickensiaans tafereel allerlei zware potten en pannen omtoverde tot een feestmaal voor koningen. Onze Jeroen werd nog verrast met de Libanon Cup, waarbij ik sterk het gevoel had dat het woordje ‘Rode’ was weggehaald omdat er twee politieagenten in het veld stonden.

Leendert, Janneke, Chiem hadden de fout gemaakt om van tevoren bij de McDrek te eten en keken jaloers hoe Aaron bord na bord opschepte, super overigens dat jullie kwamen aanmoedigen. En waar een vriendschappelijk potje rugby op zaterdag vroeger nog weleens naakt op het biljart, met een buslading lallende Engelsen gasten op de Wallen of in de armen van een ’s ochtends ineens niet zo knappe deerne in een smerige kleedkamer eindigde daar werd ik nou meewarig aangekeken door mijn vrouw als ik binnenstrompel. En nadat ik met 2 Paracetamol, 1 Ibuprofen en een warme kruik op de bank was gehesen moest ik uiteindelijk een lange nacht met wilde seks afwijzen.

Op Oude Meesters en Nieuwe Vrienden, Proost!

Nawoord: Daags na deze wedstrijd werd bekend dat oud RRC -coach en boegbeeld Frans van der Heiden op 56-jarige leeftijd was overleden. Frans speelde in een niet al te lang verleden ook nog bij de Old Boys van Rotterdam mee. Onze gedachten gaan uit naar zijn familie en vrienden bij RRC.

Voor de 85+ers is er nu ook rugby

Oude Meesters rugby wordt steeds populairder. Spelers van tientallen clubs in Nederland ontmoeten elkaar een paar keer per jaar in allerlei clsuterverbanden of eigen teams. Dit is de Bond ook opgevallen, dus werd er voorzichtig gepolst of er interesse was in een landelijke ‘veteranencompetitie’. En toen bleef het akelig stil.
Wat blijkt, de 35 plussers spelen vaak nog gewoon competitie in 4e en soms zelfs 3e Klasse of hoger. Bovendien vinden zij 6 recreantenwedstrijden per jaar, wanneer het hun uitkomt genoeg. Overigens zij n die 35 plussers steeds vaker 50 plussers en dat terwijl daar onlangs het ‘Walking Rugby’ voor werd geïntroduceerd, nou ja voor 55+ ers dan.
Een heel nobel experiment, maar 55 plussers kunnen nog gewoon meedoen tijdens de Oude Meesters potjes, er wordt echt wel rekening mee gehouden indien nodig, want soms zijn ze tegen beter weten in nog bloedfanatiek.

Mocht je nou toch kiezen voor non-contact rugby en ben je 85+, kom je terug van een blessure of anderszins verhinderd om met de veteranen mee te strijden in de 1e, 2e of 3e helft op een vrijdag- of zaterdagavond, dan is het volgende vast iets voor jou.

https://www.rugby.nl/blog/ondertekening-bezegelt-offici%C3%ABle-lancering-oldstars-walking-rugby

Een middag shinen in Gouda

Als na de derde verkeersdrempel mijn ballen definitief in mijn middenrif zijn gestuiterd weet ik zeker dat het vriendelijk aanbod om zijn fiets te mogen lenen een strafexpeditie was van mijn tegenstander in de wedstrijd.

Wat voorafging.
Sinds januari sta ik weer als speler op het rugbyveld en mag ik met de Heren 6 (spelen alleen op de 6e dag) en Oudlanders (Eilanders boven de 35) mee spelen tijdens de zaterdagavondwedstrijden in West met de oude meesters van Sparta, Hookers, Rotterdam, Gouda en Delft. Ook speelden we dit jaar al een keer vriendschappelijk in en tegen Spakenburg , wat gepaard ging met een legendarische 3e helft. En zo kwam het dat wij als Eilanders werden uitgenodigd aan te vullen bij de jaarlijkse strijd tussen Gouda’s Glorie en de Spakenburg Socials. Dat kwam mooi uit want na de laatste uitzege bij Breda stond er maar liefst 4 weken geen rugby op het programma en dat is bijna net zo erg als een bedevaart naar Mekka voor een alcoholist. Maar naarmate paaszaterdag naderde en de temperatuur omhoogschoot en de lengte van de rokjes navenant lager werd begon het afzeggingen te regenen. Zelfs het aanbod van een copieuze BBQ en een BOB hielpen niet zodat ik tenslotte maar alleen richting Groene Hart vertrok. Gelukkig stond er nog een vrije overtocht vanaf het eiland op mijn strippenkaart en reden alle Duitsers me tegemoet zodat ik binnen een uurtje de prachtige chemische fabrieken langs de Hollandsche IJssel zag opdoemen en het was niet lang daarna dat ik door de altijd goedlachse, komt dat omdat hij nooit meespeelt, Patrick werd verwelkomd. Nou val ik de laatste wedstrijden steevast in op 9 bij de Gouwenaren, maar een aantal dagen voor de wedstrijd kreeg ik ook een verzoekje uit Spiekedaarp om hun uitgedunde gelederen te versterken. En toen de bus rond half 4 een bonte verzameling vissers en andere bewoners van het pittoreske dorpje aan het IJsselmeer uitstortte over het terras van Gouda was ik al snel ingelijfd als tweede center bij de keeltsies.

Met Niels van Gouda als aanvulling op de wing konden we alsnog 15 tegen 15 beginnen en begonnen we wat onwennig aan de pot onder een stralend zonnetje. Het Goudse publiek werd al snel beloond voor hun aanmoedigingen door een try van hun snelle lijn. Het tempo werd door beide teams goed aangepast naar de omstandigheden zodat het ook voor mij goed bij te houden was en zo was ik bijzonder betrokken bij het ontstaan van de eerste Spakenburgse try, ik bedoel als ik niet zo ontzettend goede support had gelopen en om de bal had gevraagd was de 1e center vast getackeld door zijn opponent. Beide conversies werden trouwens raak getrapt en aangezien er meer gepraat werd dan gespeeld werd de eerste helft met 7 – 7 afgesloten.
In het 2e bedrijf schoof ik al snel op naar scrum-half om gedurende de rest van de wedstrijd een bittere strijd uit te vechten met mijn directe tegenstander Appo, vooral als de bal niet in het spel was. De zwarten hebben de tweede 20 minuten de overhand en scoren een mooi uitgespeelde try nadat Gouda overigens een foute eerder had afgestraft. Bij de 2e rust geeft het scorebord 12-12 aan, en inderdaad dan zijn beide conversies gemist.
We krijgen nog wat versterking van Gouda, die uiteindelijk over 20 man bleken te beschikken, waardoor de uitnodiging helemaal op prijs gesteld wordt, en schieten uit de startblokken voor de laatste 20 minuten. Ik ben ondertussen aardig thuis in het dialect en kan ook al bijna de 4 broers de Jong uit elkaar houden, maar weet toch nog voor onrust te zorgen door een bal blind tegen de paal te gooien uit een scrum op onze 5 meter in plaats van in de handen van onze fly-half maar het levert geen blijvende schade op. Gouda begint moe te worden en de gasten dringen aan wat uiteindelijk een prima try oplevert van de jonge full-back in zijn 2e wedstrijd. Appo praat meer als speler dan als referee, maar daarom schijnt hij ook altijd captain te zijn, maar ik ben hem een paar keer te snel af weet zijn ‘afgeteste of is het afgetrainde’ torso nog een keer te tackelen maar kan net als mijn medespelers niet voorkomen dat Gouda in de laatste seconden een try druk die met een fenomenale trap vanaf de zijlijn zowat nog geconverteerd wordt waardoor we met een 19 – 19 stand de wedstrijd afsluiten.

Heel wat uitgetrokken beenhaartjes, geplette tenen, gekneusde tepels en blauwe ballen later durft Ap niet door het poortje maar biedt me wel grootmoedig zijn antieke stalen ros aan als ik nog even naar de Appie moet omdat de kok van dienst het kippeneiwitpoeder in de bietenburgers over het hoofd had gezien en ik toch wat wil eten naast de overigens uitmuntende couscous met walnoten, bieten en munt (ja ja daar is de woordgrap) salade. Mijn goden, die zinnen worden steeds langer. Ondertussen worden de vuren opgestookt, de stokbroden aangesneden en vooral de bierkannen gevuld terwijl mijn medespelers de boiler leeg douchen zodat ik na mijn helse fietstocht onder een ijskoud stortbad sta. Maar de 3e helft maakt alles goed, de keeltsies laten horen dat ze waarschijnlijk allemaal vroeger in het kerkkoor hebben gezeten, Gouda’s Man of the Match drinkt als een mini en wordt terplekke Dick of the Day en als er een zeil wordt neergelegd voor een wedstrijdje menselijk bowlen sta ik binnen de kortste keren in mijn gekleurde pyjama, met zeepsop in mijn ogen en een buil op mijn hoofd van de omgedoken barkrukken langs het hek te schateren van het lachen. Vier weken geen rugby, nooit !!
Had ik al gezegd wat voor een fijne gasten die Spiekedaarpers zijn? Word ik toch vlak voor mijn vertrek naar bijna Zeeland verrast door Jan die me een shirt aanbiedt namens het team omdat ik de hele wedstrijd had staan shinen in het zwart. Grote klasse en mijn dank is enorm. En natuurlijk aan de organisatie van Gouda en alle fijne mensen die meespeelden, floten, vlagden, bakten, aanmoedigden, dronken en zongen want met elkaar zijn wij Rugby Nederland.